Vereniging voor en door psychosegevoelige mensen

In de onderstaande video is het interview met prof. dr. R. S. Kahn te bezichtigen.
Prof. dr. R. S. Kahn is psychiater en doet onderzoek naar de genetische en omgevingsachtergronden van psychiatrische ziektebeelden zoals schizofrenie en manisch-depressieve stoornis. Het interview is gehouden door Anoiksis.

Interview prof. dr. R. S. Kahn from Anoiksis on Vimeo.

In onderstaande lijst vindt u de vragen die gesteld zijn en het moment in de video waarop de desbetreffende vraag is gesteld.

00:36 -  1. In de 10 geboden voor het brein stelt u dat sporten/bewegen belangrijk is voor het brein. Geldt dit in dezelfde mate voor mensen met een psychiatrische aandoening?

02:17 - 2. Wat voor veranderingen kunnen we verwachten in de psychiatrie de aankomende jaren?

03:41 - 3. In de psychiatrie worden diagnosen gesteld op basis van de DSM. Dit is een classificatie systeem. Voor schizofrenie geldt bijvoorbeeld dat je twee of meer symptomen uit een lijstje moet vertonen voor een duur van minimaal zes maanden. Dat zijn willekeurige grenzen. Je zou de grens ook kunnen leggen bij minimaal drie symptomen of een minimale duur van drie maanden. Je kunt ook andere symptomen in de lijst opnemen.

06:26- 4. Verschillen de symptomen tussen kinderen en volwassenen?

07:28 - 5. Is het altijd zo dat als kinderen zich wat meer terugtrekken of sociaal minder actief zijn dat dat leidt tot schizofrenie?

08:18 - 6. Denkt u dat we over tien jaar specifiek de zaken weten waar we op moeten letten bij de jeugd?

08:42 - 7. Vrijwel altijd hebben antipsychotica als bijwerking dat ze het gevoelsleven afvlakken. Waarom staat dit nooit in de bijsluiter vermeld?

10:36 - 8. Dwangneuroses en schizofrenie gaan vaak hand in hand, waarom wordt er zo weinig aandacht besteed aan dwangneuroses in combinatie met schizofrenie?

12:10 - 9. In hoeverre kunnen omgevingsfactoren de mate waarin iemand lijdt aan schizofrenie beïnvloeden?

13:07 - 10. Is het mogelijk schizofrenie experimenteel op te wekken door iemand aan bepaalde omgevingsfactoren bloot te stellen?

13:45 - 11. U stelt dat schizofrenie biologisch/genetisch bepaald is. U zegt bijvoorbeeld dat de rol van een ‘koude moeder’ niet belangrijk is. Toch spelen omstandigheden  zoals de opvoeding een rol bij het wel of niet ontwikkelen van schizofrenie. Hoe verhoudt zich dit met elkaar?

14:24 – 12. Kunt u iets zeggen over de rol van de ouders?

15:34 – 13. Kunt u iets vertellen over het onderzoek dat hier op de universiteit gedaan wordt?

17:00 – 14. Doet u ook onderzoek bij jonge kinderen van rond de tien à twaalf?

17:58 – 15. Op de website van de Universiteit Utrecht stelt u zich voor in een kort filmpje. Daarin stelt u over schizofrenie dat het een ziekte is die levenslang aanhoudt. Symptomen worden erger naarmate de ziekte voortschrijdt. Waarom zien we niets terug van het herstelcomponent in dit filmpje?

19:56 – 16. Hebben mensen die zich laten behandelen wel een mogelijkheid tot herstel?

20:26 – 17. Wat heeft u in de loop der jaren geleerd van de psychiatrische patiënten?

22:15 – 18. Een mogelijk nadeel van een snelle behandeling zou kunnen zijn de ‘psychiatrisering’ van de maatschappij. Hoe kun je dit voorkomen?

24:14 – 19. Hoe kijkt u tegen drugs aan in combinatie met schizofrenie?

24:57 – 20. Kun je  in geval van een lange psychose-vrije periode minder medicijnen gaan gebruiken?

25:20 – 21. Wat is dan een langere tijd?

25:32 – 22. Bestaat er een minimaal niveau voor de onderhoudsdosering waar je niet onder mag zakken, omdat het middel anders niet werkt?

26:02 – 23. Komt er een moment dat je volledig mag stoppen met medicijnen, wanneer je al zeer lange tijd geen psychose hebt gehad?

27:00 – 24. Is schizofrenie volledig te genezen?

27:21 – 25. Is er vanuit de wetenschap zicht op die groep mensen?

27:51 – 26. Wat voor studies voert u uit op het gebied van genetica als voorspeller voor herstel en de reactie op medicijnen?

28:25 – 27. Heeft u een ontwikkeling waargenomen bij de patiënten in de loop der jaren? Is een psychiatrisch patiënt anno 2013 een andere patiënt dan dertig jaar geleden?

29:46 – 28. Heeft u plannen om het stigma dat rust op de psychiatrie aan te vallen?

30:08 – 29. Wat zijn de voordelen van een snelle behandeling als iemand psychotisch is geweest?

30:57 – 30. Is dit de reden voor het opkomen van de VIP-teams?

31:06 – 31. Werkt u daar ook mee samen?

31:10 – 32. Gaat het hierbij voornamelijk om jonge mensen?

31:25 – 33. Veel patiënten hebben concentratieproblemen, bestaan er behandelingen om dit te verbeteren?

33:15 – 34. Zijn er naast medicijnen ook andere behandelmethoden?

33:35 – 35. Welke rol speelt het gebrek aan eigenwaarde bij het ontstaan van psychiatrische aandoeningen? Is dat niet de kern van het probleem voor elke patiënt?

34:25 – 36. Wordt dit veroorzaakt door omgevingsfactoren of door biologisch genetische factoren?

35:57 – 37. Tijdens de hongerwinter in 1944 à 1945 schijnt er een grote generatie kinderen geboren te zijn met schizofrenie. Klopt dat?

36:35 – 38. Heeft u zelf nog een onderwerp dat u wilt aandragen?

37:20 – 39. Heeft u het gevoel dat u nog iedere dag leert?

37:32 – 40. Denkt u dat u er over tien jaar weer anders tegen aan kijkt dan nu?

37:41 – 41. Heeft u al bepaalde voorstellingen over hoe het over tien jaar zal zijn?